Zinvol gebruik maken van verschillende leerstijlen
In onze trainingen werken we altijd volgens de principes van ervarend leren. Laten we daarover gelijk een misverstand uit de wereld helpen:
Je leert niet van de ervaring.
Je leert van de reflectie op een ervaring en het nieuwe handelingsperspectief dat wordt aangereikt.
Motiveer je deelnemers om te leren
Laat dat nou net hetgeen zijn waar jij als trainer een belangrijke rol in hebt. Maar hoe doe je dat? Hier komen onder andere de verschillende leervoorkeuren van deelnemers om de hoek kijken. Met leervoorkeuren bedoelen we niet hoe je het makkelijkst leert, maar hoe je gemotiveerd raakt om te leren.
Vier leerstijlen
Grofweg kun je vier soorten deelnemers onderscheiden, die op verschillende manieren graag leren:
- Laat mij maar in het diepe springen-deelnemer: door zelf te ervaren wat werkt en wat niet werkt, raakt hij gemotiveerd om iets nieuws uit te proberen.
- Kunst-afkijker: de deelnemer die graag kijkt hoe een ander het doet om dit later zelf uit te proberen.
- Waarom-is-dat-eigenlijk-zo?: de deelnemer die gemotiveerd raakt om te leren als er een stevige theoretisch en wetenschappelijke onderbouwing aangereikt wordt.
- Best-practice: de deelnemer die graag met een stappenplan in de hand iets nieuws uitprobeert.
In deze voorkeuren zijn de leerstijlen van Kolb te herkennen. Kolb concludeert dat leervoorkeuren geen statisch gegeven zijn, maar de persoon zelf beweegt tussen ervaren en conceptualiseren en acteren en reflecteren. Je leervoorkeur kan dus per situatie verschillen. Vaak zijn er wel één of twee typen waarmee je jezelf kunt identificeren.
Waarom is het als trainer belangrijk om je bewust te zijn van verschillende leerstijlen?
Niet alleen deelnemers hebben een voorkeur om gemotiveerd te raken, ook jij als trainer hebt voorkeur. Vaak ben je geneigd om je eigen voorkeur als ‘logisch’ te beschouwen en een programma te maken waarin deze voorkeur de boventoon voert. Een trainer die zich herkent in de ‘laat mij maar in het diepe springen-deelnemer’ is geneigd een programma met veel actie en oefening te maken. Een trainer die zich herkent in de ‘waarom-is-dat-eigenlijk-zo-deelnemer’ kan zich gemakkelijk verliezen in de theorie, waardoor de training gauw een hoorcollege wordt.
Leer werken met de verschillende leervoorkeuren in de Leergang voor Trainers
Als trainer ben je verantwoordelijk voor het leerproces van de groep. Daarin zijn over het algemeen alle typen deelnemers vertegenwoordigd. Het liefst wil je natuurlijk elke deelnemer een op maat gemaakte leerervaring bieden. Dat is onmogelijk en misschien ook niet eens wenselijk.
In onze leergang voor trainers leer je trainingsprogramma’s ontwerpen en trainingen geven, waarin je deelnemers met verschillende leervoorkeuren gemotiveerd aan het leren krijgt. Dit doen we door in elk onderdeel:
- Een ervaringsplek aan te bieden (voor degene die gemotiveerd raakt van ‘in het diepen springen’)
- Observeerders de taak te geven om reflecties te geven die dienend zijn aan het groepsleerdoel
- Stappenplannen aan te reiken waarmee deelnemers hun vaardigheden kunnen trainen
- Theoretische onderbouwing aan te bieden om te verdiepen in de achtergronden van wat geleerd wordt.
Je leert niet van ervaring, je leert van de reflectie op de ervaring
Terug naar het misverstand dat we uit de wereld hebben geholpen:
Je leert niet van de ervaring. Je leert van de reflectie op een ervaring en het nieuwe handelingsperspectief dat wordt aangereikt.
Dát is waar ervarend leren over gaat. Een effectieve leerervaring verbindt de ervaring, de reflectie, de theorie en het experiment aan elkaar. Dit kan in verschillende volgordes, in verschillende snelheden en beginpunten. De volgorde en de duur van de verschillende onderdelen verschillen per oefening, afhankelijk van het leerdoel en de deelnemers.
Jouw uitdaging als trainer is om elk van deze stappen als volwaardig trainingsonderdeel te beschouwen en met zorg te ontwerpen en te faciliteren. Wij helpen je graag om dat goed onder de knie te krijgen!